Vanwege de centrale rol van geo-data binnen het Nederlandse datastelsel en de grote diversiteit aan vraagstukken waarin deze data worden gebruikt, stellen we in plaats van de registraties de data zélf en de koppelbaarheid van data centraal. We zorgen voor data met meer samenhang, betere koppelbaarheid en flexibele uitbreidingsmogelijkheden, in 2D en 3D. Daarmee neemt voor bronhouders en verstrekkers de complexiteit af en bieden we gebruikers een consistent en breed bruikbaar beeld van Nederland.
Meer samenhang in gelijksoortige data
Het komt in de NGII nu nog voor dat data over eenzelfde type object in verschillende databronnen op verschillende manieren worden geregistreerd. Zo worden bijvoorbeeld data over de fysieke (basis)objecten, zoals gebouwen, bruggen of mijnbouwconstructies, in verschillende geo-basisregistraties vastgelegd. Dat brengt onderlinge inconsistenties en een aantal dubbelingen met zich mee die inefficiënt zijn voor de bronhouder en verwarrend voor de gebruiker. Ook de inconsistente vermenging van de fysieke kenmerken en functies zorgt soms voor verwarring. Daardoor worden de mogelijkheden van de huidige data onvoldoende benut.
We willen dit soort data waar mogelijk binnen en tussen bronnen harmoniseren, de scheiding tussen fysieke en functionele aspecten aanbrengen en de data meer eenduidig gestandaardiseerd vastleggen. Zo kan er een samenhangend totaalbeeld van deze fysieke basis-objecten ontstaan en wordt dubbel werk bij de inwinning van gegevens voorkomen. Een vergelijkbare ontwikkeling is ook mogelijk voor andere typen gegevens. Deze beweging maken we daarom stapsgewijs over de assen van zes ‘lagen’ van gelijksoortige data. Deze zijn grofweg geordend op de volgorde waarop geo-data veelal tot stand komen: van ruwe basisdata ingewonnen in de fysieke leefomgeving tot verdere detaillering in administratieve gegevens. Bekijk meer informatie over deze datalagen.
Meer samenhang tussen verschillende typen data
We werken we stap voor stap toe naar een geheel aan data, dat in het gebruik overkomt als een integraal beeld van Nederland en daarmee ook de integrale inpassing van opgaven mogelijk maakt.
Door gelijksoortige data meer uniform vast te leggen, ontstaat er niet alleen per datalaag meer samenhang maar kan er ook meer samenhang tussen verschillende typen data ontstaan. Zo maken we het mogelijk om beter vast te leggen hoe de verschillende lagen zich tot elkaar verhouden.
Daarom werken we aan uniforme standaarden voor identificatie en techniek. Zo worden er unieke objectidentificatienummers uitgewerkt die het makkelijker maken om data over eenzelfde object maar afkomstig uit verschillende databronnen met elkaar te verbinden. Daardoor wordt een veel rijker databeeld mogelijk, waaruit bijvoorbeeld een digital twin kan worden opgebouwd.
We werken aan een uniform historiemodel voor objecten, waarmee ontwikkelingen in de tijd duidelijk kunnen worden bijgehouden, zoals het verloop van gemeentegrenzen of de levenscyclus van fysieke objecten.
Flexibel uitbreidbare data
We maken de data flexibel uitbreidbaar, zodat deze nog beter kunnen aansluiten op actuele gebruikersbehoeften. Bijvoorbeeld door de ontwikkeling van de data zoveel mogelijk los te koppelen van de ontwikkeling van de ICT-componenten waarmee we de data vastleggen en delen. Daardoor kunnen data in de toekomst worden toegevoegd zonder dat er hele systemen hoeven te worden aangepast.
Om nog sneller waarde voor gebruikers te creëren, werken we ook aan tijdelijk in samenhang ontsluiten van data. Bijvoorbeeld door data in een gebruiksoplossing bij elkaar te brengen met technische oplossingen zoals Linked data of API’s. De nadere borging van de samenhang in onder andere modellering en inwinning kan daarna alsnog plaatsvinden.
Basisdata versus sectordata
We leggen actief de verbinding met standaardisatietrajecten in sectoren en rondom maatschappelijke vraagstukken. Als de standaarden van de sector worden afgestemd op die van de basisdata, vormen ze een logische uitbreiding. Op die manier wordt het eenvoudiger om tot rijke informatie te komen en kan sectordata makkelijker tussen verschillende sectoren worden uitgewisseld.
Bij de uitbreiding van data gaat het niet alleen om nieuwe objecten, maar ook om de belangrijke stap van 2D- naar 3D-weergave van data op verschillende detailniveaus. Ook vindt een kwaliteitsslag plaats op een deel van de data. Zo wordt onder meer gewerkt aan een beter betrouwbare en -bruikbare weergave van de grenzen van de kadastrale percelen op de kadastrale kaart.