Provincie Flevoland en gemeente Dronten werken samen aan een digitale tweeling die laat zien hoe groen in en om de stad bijdraagt aan een gezonde leefomgeving en behoud van biodiversiteit. En waarmee je kan toetsen wat de mogelijkheden voor verbetering zijn. Bovendien kan de digitale tweeling diverse scenario’s doorrekenen om de effecten van woningbouwplannen en groenstructuren te toetsen op het beleid voor een gezonde leefomgeving.
In deze casus werken provincie en gemeente samen aan de digitale tweeling. De gemeente wil vanuit haar beleid sturen op ecologie en een gezonde leefomgeving in Dronten. Ook het uitbreidingsplan in Dronten Zuid moet hieraan voldoen volgens de 3 - 30 – 300 regel. Dat betekent: 3 bomen zichtbaar vanuit elk huis, 30% bladerdek in een buurt en binnen 300 meter een koele plek (bos of park). De provincie werkt aan een ‘bossenstrategie’ die nauw verband houdt met aansluitende groenstructuren voor biodiversiteit en CO2 opvang.
Deze twee vraagstukken zijn heel goed te combineren in 1 digitale tweeling. Daarbij is een grote indicator het verbeteren van de connectiviteit, oftewel de groenverbinding in een gebied. Die is zowel op groot als op klein niveau van belang als je wil sturen op een gezonde leefomgeving.
Groenblauwe, gezonde netwerken in en buiten de stad bieden namelijk ruimte om te recreëren, te sporten en te ontmoeten, van de voordeur tot het buitengebied. Daarnaast vervullen zij een taak in het bevorderen van biodiversiteit, waterretentie en het tegengaan van hittestress. Deze netwerken zijn een noodzakelijk element in het leefbaar houden van steden en dorpen in de toekomst. Dit vindt ook het programma Mooi Nederland (ministerie van VRO), dat hiervoor een handreiking ‘Groen en gezond leven in de stad’ heeft opgesteld. Deze is ook gebruikt voor de digitale tweeling.
De digitale tweeling kan momenteel een gebied op basis van elementen van een gezonde omgeving doormeten. Het laat zien hoe binnen gemeente de groene structuur (connectiviteit) eruitziet en hoe het bijvoorbeeld zit met hittestress of verplaatsbaarheid van diersoorten. Op basis daarvan kan de gemeente ook bepalen waar het beter kan. Dit kan op woningniveau, maar ook per buurt en stad. Ook kan het model laten zien waar de situatie achteruitgaat als je niets doet. Ook kan nu scenario’s doorrekenen, zodat te bepalen is welke maatregelen het meeste effect hebben.
Er wordt nog gewerkt aan het zichtbaar maken van de connectiviteit richting buitengebied en het doorrekenen op provincieniveau.
De digitale tweeling geeft dus inzicht in de scores en geeft antwoorden op vragen als: hoe voldoe je aan 3-30-300-regel, dus waar moet je groen planten? Als je op straatniveau een matige connectiviteit hebt, maar wel in je plan hebt staan dat je diersoorten als egels wilt behouden, welke maatregelen zijn dan effectief? En als je deze regel toepast op een bouwplan van een wijk, wat heeft dit dan voor consequenties? Is het dan verstandig om meer bomen te planten en hoger te gaan wonen?
Onderstaande beelden laten zien hoe vanuit een progamma van eisen gewerkt is aan een prototype voor groen in en om de stad Dronten. Dit filmpje heeft geen geluid.
In dit fieldlab van Zicht op Flevoland zitten beleidsmedewerkers en GIS-expertsvan provincie en gemeente aan tafel. Zij hebben samen een workshopserie doorlopen. Zij bekeken wat data nu eigenlijk precies zeggen, welke data er nodig zijn en wat de kwaliteit ervan is. Belangrijk is bijvoorbeeld te weten waar mensen recreëren. Een mooi aanknopingspunt was dan: waar komen ze samen in de openbare ruimte en waar staat dan een bankje? In de database van beheer openbare ruimte van Dronten staat een overzicht van alle bankjes. Die data zijn er dus. Ook was het belangrijk samen tot definities te komen. Wat zijn koele plekken? Wat zijn de voorwaarden hiervoor?
Integraal en multidisciplinair werken is van groot belang gebleken. Het besef is gegroeid dat een digitale tweeling geen tooltje is, maar een manier van werken, ondersteund door technologie. Die andere manier van werken moet je adopteren. Het zorgt namelijk voor snellere realisatie van gewijzigd beleid en betere besluitvorming.
Er wordt nog tot september gewerkt aan de digitale tweeling om ook op provinciaal niveau de rekenmodellen te kunnen gebruiken. Verder vindt de projectgroep het van groot belang om het hoger management en college van bestuur mee te nemen in het verhaal. Er is in deze usecase een hoop geleerd en mensen die van de inhoud zijn in de projectgroep, willen op deze manier werken en lopen daar ook hard voor. Het momentum is er ook voor, omdat Dronten 9000 woningen moet bouwen tot 2030 en na 2050 komen daar nog 5000 woningen bij. Het duurt op de oude manier 10 jaar van plan tot resultaat. De meeste tijd kost de besluitvorming. Projectleiders en beleidsmedewerkers geloven dat dit met de digitale tweeling sneller kan. De betrokkenen beseffen zich wel dat anders werken met elkaar onderdeel is van een proces - en dat heeft tijd nodig.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.