In gesprek met Lianne Sleebos, Programmamanager Digitale Tweelingen bij min BZK

13-06-2024
126 keer bekeken

Na gewerkt te hebben als afdelingshoofd van de uitvoeringsorganisatie Rijksdienst voor Identiteitsgegevens bij BZK en daarvoor als kwartiermaker van het programma BIM@Schiphol, stapte Lianne Sleebos in 2023 over naar het BZK kerndepartement DG Ruimtelijke Ordening.

Als programmamanager staat zij daar nu aan de lat voor de nationale coördinatie van een netwerk van digitale tweelingen. Geonovum sprak met haar over de inhoud van dit programma. 

Om met een spoiler te beginnen: het ministerie heeft géén ambitie om één nationale digitale tweeling te ontwikkelen. Wel ziet het ministerie een noodzaak om digitale informatieproducten beter te gebruiken in besluitvormingsprocessen. De kern van het programma netwerk van lokale digitale tweelingen (NLDT) draait daarom veel meer om databedreven werken. Of specifieker: om het scheppen van randvoorwaarden die verantwoord, databedreven werken mógelijk maken in de Ruimtelijke Ordening. Deze transitie is beschreven in de meerjarenvisie Zicht op Nederland (ZoN).

Lianne Sleebos

Puzzel

De inrichting van ons land is een uitdagende puzzel. Niet alles kan overal. Om alle ambities te realiseren – van energietransitie en woonopgave tot een veilige, gezonde leefomgeving -, zijn slimme combinaties en innovaties nodig. Dat vraagt om een integrale aanpak. Sectoren zullen nog veel meer over de grenzen van hun eigen kennisdomein heen moeten gaan kijken en de samenwerking aangaan. 

Van betrouwbare data beschikbaar maken, naar betrouwbaar data analyseren

‘Die samenwerking mogelijk maken en op gang brengen, dat is onze ambitie’, vertelt Sleebos. ‘We hebben natuurlijk al ervaring met de Geo Basisregistraties’, vervolgt ze. Voor die Basisregistraties ligt er een pakket aan afspraken dat zorgt voor een betrouwbaar en bruikbaar datastelsel. Iedereen kan daar gebruik van maken. ‘Het programma digitale tweelingen is - naast het delen van publieke en private sectordata - de volgende stap. We verkennen hierin welke afspraken we moeten maken voor een gezamenlijke informatiebasis om verantwoord data gedreven besluiten te kunnen nemen. Wij hebben dit zelf ook nodig om met data onderbouwde besluiten te kunnen nemen in het kader van de nationale omgevingsvisie (NOVEX).’ 

De activiteiten van het programma digitale tweelingen lopen uiteen van het uitwerken van ethische principes, het identificeren van bruikbare digitale standaarden tot het verkennen van hergebruik van rekenmodellen. Tegelijkertijd weten we uit onderzoek dat technische activiteiten voor slechts 25% verantwoordelijk zijn voor succesvolle innovaties. Sociale en organisatorische aspecten des te meer. Sleebos: ‘Daarom focussen wij ook op digitaal leiderschap en het scherp krijgen van de informatiebehoeften.‘ 

Streefbeeld

In de Nationale Omgevingsvisie zijn sectorale beelden opgesomd met impact op de ruimtelijke opgaven waaronder water, bodem, natuur, landbouw, energie, mobiliteit, economie, woningbouw, erfgoed, defensie en klimaat. Er zijn 16 aandachtsgebieden gedefinieerd waarvoor ruimtelijke voorstellen zijn gedaan. De volgende stap bestaat uit analyses en gesprekken om te zien of de losse plannen bij elkaar tot een duurzaam landelijk beeld leiden. Liefst zou je met alle verschillende indicatoren kunnen schuiven om zo de optimale verhoudingen te berekenen. En niet eenmalig, maar herhaaldelijk. Zodat je dit kunt inzetten in de verschillende fasen van ruimtelijke ordening, planning en beheer. De digitale tweeling als gesprekspartner in gebiedsontwikkeling van de beeld-, via de oordeels-, tot de besluitvorming en monitoring. Zo ver is het nu nog zeker niet. Maar het is een ambitieus streefbeeld. Vanuit het programma netwerk van digitale tweelingen worden de bouwstenen verkend die dit streefbeeld dichterbij kunnen brengen. 

Ervaring

Sleebos: ‘Als veel partijen iets willen in hetzelfde kleine gebied, is er schaarste. Om daar goed uit te komen, is samenwerking nodig. Daar horen afspraken bij, of als afspraken alleen niet voldoende zijn, regulering of wetgeving. Die samenwerking op gang brengen en afsprakenstelsels tot stand brengen, dat is iets waar de mensen van het geocluster bij het Ministerie van BZK samen met Geonovum altijd al mee bezig zijn geweest. Eerst voor de Basisregistraties en nu om een netwerk van digitale tweelingen tot stand te brengen.’ BZK heeft hierbij meerdere rollen zoals eigenaar en beheerder van het afsprakenstelsel van basisregistraties, beleidsmaker ruimtelijke ordening, gebruiker van de informatieproducten voor de eigen beleidsverantwoordelijkheden waaronder woningbouw én facilitator van bestaande, innovatieve ecosystemen.

Geo-politiek

Deze ontwikkeling wordt nog verder gevoed door Europese ontwikkelingen. Europa heeft een digitale strategie opgesteld onder het Digitale Decade programma. Een van de ambities daarin is het bieden van tegenwicht aan de invloed van de grote IT- en mediaplatforms van buiten Europa. Sleebos: ‘Dat is een geo-politiek programma, waarbij opschaling van digitalisering, conform Europese maatschappelijke waarden en normen de grote uitdaging is. Ik ben daar heel nieuwsgierig naar. Samen met een aantal grote steden zijn wij ons nu aan het oriënteren op het European Digital Infrastructure Consortium (EDIC) CitiVerse; een samenwerking voor Networked Local Digital Twins. We willen graag inzicht en invloed hebben op de routes die Europa uitstippelt voor digitalisering. Zodat wij daar met onze activiteiten binnen de ecosystemen voor digitale tweelingen goed mee uit de voeten kunnen.’

Fieldlab

Ondertussen participeert het ministerie van BZK in een fieldlab van Dutch Metropolitan Innovations met I&W als penvoerder. Via dit fieldlab verkennen we een aantal eerste kleine, maar concrete stappen op weg naar een ecosysteem voor digitale tweelingen met primaire focus op verdichting van steden en mobiliteit. Dat gebeurt aan de hand van gebieds- en opgavegerichte vraagstukken in de provincie Flevoland en de steden Almere,  Dronten en Lelystad. Sleebos: ‘In die fieldlabs is er naast technische aspecten ook veel aandacht voor hoe je datagedreven werken concreet maakt. Het meest relevant daarbij is dat je eerst goed stil staat bij gewenste inzichten en informatiebehoefte, voordat je denkt aan technische oplossingen. Digitalisering is ook niet per definitie de goede oplossing voor álle informatiebehoeften.’ 

‘Niet alles lukt in één keer maar de geleerde lessen zijn input voor een volgende ontwikkelstap. Dat is de kern van innovatie. Ik vind het inspirerend wat daar gebeurt. Dat er een methodiek ontstaat en (open) standaarden worden ontwikkeld die een blauwdruk kunnen zijn voor andere sectoren die hetzelfde zouden willen gaan doen. Herbruikbare bouwstenen ontwikkelen die opschaling mogelijk maken - dit blijft voor BZK historisch en ook voor de toekomst het belangrijkste speerpunt. Het zou mooi zijn als we dat gezamenlijk met overheden, het bedrijfsleven en kennisinstelling voor elkaar krijgen.’

Dit artikel verscheen eerder op de website van Geonovum

 
 
 
Cookie-instellingen