Dit artikel verscheen eerder in het vakblad GeoInfo.
We wonen nu al met achttien miljoen Nederlanders op een postzegel. Met alle grote ruimtelijke opgaven is er - zowel boven als onder de grond - flinke concurrentie om de inrichting van de ruimte. Om goede keuzes te maken voor een duurzame leefomgeving, is gebruik van betrouwbare informatie en data cruciaal. De meerjarenvisie Zicht op Nederland zet een ambitieuze koers uit voor het gebruik van ruimtelijke informatie in gebiedsprocessen. Hoe gaan we die ambities waarmaken?
V.l.n.r.: Marjolein Jansen,Symone de Bruin en Tirza van Daalen,
Belang van ruimtelijke data
“De essentie van Zicht op Nederland is dat we ons bewust zijn van het belang van data voor onze beslissingen, die impact hebben op de toekomst van veel mensen”, begint Marjolein. “Dat betekent dat betrouwbaarheid van data bovenaan moet staan. Door gegevens inzichtelijk en toegankelijk te maken, is sneller te beoordelen welke keuzes haalbaar en duurzaam zijn. Met goede samenwerking en dito afspraken bouwen we voor Nederland een robuust en betrouwbaar datafundament”.
Symone: “Ik was erg blij met Zicht op Nederland. Zo zetten we een stip op de horizon met een gezamenlijke visie. Datagedreven werken is daarbij cruciaal. Als je data slim gebruikt en koppelt, dan blijkt ineens dat je met hetzelfde stukje grond best in staat bent om meerdere sociale en ruimtelijke opgaven te combineren. Voorwaarde is wel dat die data vergelijkbaar zijn en we dus gelijke begrippen gebruiken. Ook van belang is dat je de gegevens ophaalt bij de bron, zodat je weet dat ze niet al eens gekopieerd, bewerkt of verouderd zijn. Daar komt Geonovum in beeld omdat wij die standaarden beheren en bewaken. Bedenk wel dat datagedreven werken een middel is. Het uiteindelijke doel is om belangrijke maatschappelijke vraagstukken op te lossen.”
Ondergrond als sleutel voor duurzame keuzes
Tirza van Daalen werkte de afgelopen jaren met haar collega’s aan de realisatie van de Basisregistratie Ondergrond (BRO). “Wat zich in de grond bevindt, en wat we eruit halen – bijvoorbeeld water, gas, zand of grind – heeft meteen effect op onze samenleving we leven er immers bovenop. Hoe meer inzicht in die ondergrond, hoe makkelijker je nadelige effecten voor de inrichting van de ruimte bovengronds kunt voorkomen. Dat is de grote waarde van de BRO. We hebben het geluk dat er al veel data zijn. Dat komt door onze situatie: we wonen met veel mensen op een klein oppervlak in een delta. Daardoor hadden we door de jaren heen al veel gestandaardiseerde data nodig en verzameld. Met die data maken we nu modellen waarmee je betere beleidsbeslissingen kunt nemen. Neem het nieuwe stadsdeel Almere Pampus. We hebben een model gemaakt van de ondergrond van de eerste vijftig meter diep aldaar. Zo konden we heel bewust keuzes maken waar de nieuwe woonwijk het best gebouwd kan worden.”
Marjolein haakt in: “Hiervoor is een digitale tweeling (digital twin) van de ondergrond gemaakt, waardoor de bodemgesteldheid en andere fysieke kenmerken inzichtelijk werden. De hoogbouw in het bouwplan is bijvoorbeeld verplaatst naar stevigere gronden en waterberging en groenvoorzieningen komen op kwetsbaardere plekken. Dit maakt het project duurzamer, en je voorkomt toekomstige problemen, zoals verzakkingen en extra onderhoudskosten.”
Van stationsgebied tot Lekdijk: praktijkvoorbeelden
Hoe datagedreven wordt er al gewerkt in de praktijk? ‘De gemeente Apeldoorn is niet echt een voorloper’, erkent Symone, “maar we zijn er wel hard mee bezig. Twee belangrijke ontwikkelingen die in onze gemeente in elkaar grijpen zijn de landbouwtransitie en de stedelijke ontwikkeling. We hebben te maken met de stikstofproblematiek, Natura 2000-gebieden en een verstedelijkingsopgave. Hoeveel ruimte kunnen en willen we maken voor landbouw, water, biodiversiteit, woningen? We hebben nu een digital twin gemaakt van het stationsgebied. In deze kopie van de werkelijkheid kunnen we laten zien hoe mogelijke verdichting met woningen en kantoren uitpakt. Dat biedt óns inzicht maar dat kun je ook aan je inwoners laten zien. Zij kunnen zich zo een mening vormen over een plan. Dat helpt ons straks bij het versnellen van procedures.”
Lees het hele interview