Wat houdt Kwaliteitszorg, Toezicht en Handhaving (KTH) in?
Kwaliteitszorg, toezicht en handhaving zijn de componenten waaruit het kwaliteitsregime van de diverse geobasisregistraties bestaat. Dit systeem is erop gericht dat knelpunten in de gerealiseerde gegevenskwaliteit vroeg in het proces worden geïdentificeerd en opgelost. Formeel toezicht vormt vervolgens het sluitstuk.
Wat zijn de ambitie en het doel van KTH?
De ambitie is om gebruikers, nog beter dan nu, te bedienen met kwalitatieve geodata die eenvoudig en in combinatie met andere data te gebruiken is. Het doel is om het nog laagdrempeliger te maken om een koppeling te maken met geobasisgegevens en met gecombineerde datasets aan de slag te kunnen. Dat staat of valt met de gegevenskwaliteit die door bronhouders wordt gerealiseerd. Als die niet aansluit bij de afnemersbehoefte, dan zijn ook de (verstrekkings)producten die gebaseerd op de data worden ontwikkeld, veel minder waard. Het kerndoel is dus ‘kwaliteit’.
Hoe worden deze ambities waargemaakt?
Om te voorkomen dat geodata leidt tot fouten in gebruikersprocessen, of afnemers simpelweg langs geobasisgegevens heen werken via eigen inwinning, hebben we een aantal zaken inmiddels al doorontwikkeld in ons kwaliteitsbeleid. Zo werken we sinds dit jaar met kwaliteitsprioriteiten waarbij gebruikers worden gevraagd naar hun belangrijkste wensen en knelpunten voor kwaliteit. Bronhouders moeten vervolgens met voorrang aan deze thema’s werken waardoor we belangrijke knelpunten snel kunnen herkennen en aanpakken. Daarnaast gaan we nog concreter sturen op de gerealiseerde gegevenskwaliteit door kwaliteitsdashboards (in samenhang) door te ontwikkelen en andere instrumenten zoals steekproeven en mutatiedetectie in te zetten.
Hoe zorg je ervoor dat je scherp blijft inspelen op de behoeftes van bronhouders en gebruikers?
Om een beeld te krijgen van welke gegevens het meeste relevant zijn, en van welke kwaliteit ze moeten te zijn, moeten we permanent het gesprek voeren met afnemers. Hiervoor zetten we diverse instrumenten in. Zo heeft Statisfact voor ons de laatste jaren meerdere gebruikersonderzoeken uitgevoerd. Dat geeft ons direct inzicht in de wensen en knelpunten die gebruikers ervaren. Daarnaast kent bijna elke geobasisregistratie wel een vorm van gebruikersoverleg. Dat is wel voor de ene effectiever ingeregeld dan voor de andere. Om deze reden bekijken we momenteel opnieuw de inrichting van de verschillende overlegstructuren. We denken daarbij aan een soort ‘geobreed’ gebruikersoverleg, om de samenhang tussen geodata te benadrukken en benutten, aangevuld met gebruikersoverleggen per inhoudelijk thema.
Hoe draagt de toezichthouder bij aan een goede wisselwerking tussen toezicht en beleid?
Ondanks de gestelde kwaliteitsnormen is KTH geen blinde race naar 100%. We kijken juist ook kritisch of gebruikerswensen en bestaande normen wel haalbaar zijn voor bronhouders. Daarnaast zullen we doorlopend onderzoeken in hoeverre gegevens in het informatiemodel nog steeds maatschappelijk relevant zijn. Als een bepaalde norm niet wordt gehaald, kan dat betekenen dat bronhouders een tandje bij moeten schakelen, maar dat is niet altijd het geval. Als uit onderzoek blijkt dat geen enkele gebruiker daar verder last van heeft, dan kunnen we vanuit de beleidskant ervoor kiezen om de norm te versoepelen. Of zelfs ervoor kiezen om een gegeven uit de lijst met basisgegevens te schrappen. Naast het sturen op de gerealiseerde gegevenskwaliteit is het dus ook van belang dat we het informatiemodel ‘schoon’ houden en normen realistisch. Alleen op die manier kan de gebruiker blind varen op geobasisgegevens.
Wat zijn de verwachte ontwikkelingen van KTH in de nabije toekomst?
Richting de toekomst zit er op het gebied van kwaliteit nog meer in het vat. Naast het steeds beter kunnen meten van de gerealiseerde gegevenskwaliteit, willen we bijvoorbeeld de haalbaarheid onderzoeken van het aanbieden van een kant en klaar en juist antwoord aan de bronhouder om in de registratie te verwerken. Op die manier krijgt toezicht een meer constructief karakter. Deze modernere manier van toezicht houden past beter bij het geodomein, waar het draait om inhoud, dan de klassieke benadering van formeel toezicht op afstand en aan het einde van de keten. De toekomst, met nieuwe ontwikkelingen als kunstmatige intelligentie in het verschiet, zal leren op welke manier alle rollen binnen het geodomein een bijdrage kunnen leveren aan betere geodata.